Fokken van de CC door T. van der Broeck

Vooropgesteld, wat wil je met de CC ? Wil je een hond/ras die puur qua uiterlijk gefokt wordt waarbij het karakter totaal ondergeschikt is, of wil je een hond/ras die qua karakter en ‘drive’ zijn oorspronkelijke functionaliteit blijft behouden ?
Mijn mening mag duidelijk zijn, ik ga vol overtuiging voor het laatste ! Het is namelijk niet alleen het uiterlijk dat een ras bepaald, maar ook voor een groot deel, zo niet het overgrote deel, het karakter. (Zijn natuurlijke gedrag en temperament, zoals de FCI het omschrijft.) Wat heb je aan een hond die wel het perfecte uiterlijk maar totaal niet het karakter heeft zoals het zou moeten zijn…? Simpel, je hebt dan gewoon een totaal ander ras met het uiterlijk van de CC ! (in mijn ogen)
Wat ik opmaak uit het oorspronkelijke stuk tekst, en verbeter mij maar als ik er naast zit, is dat men zich afvraagt of bepaalde functionaliteit wel thuis hoort in de huidige maatschappij (buiten de gebieden waar die ook nog echt gebruikt wordt voor het werk) ? Vervolgens is de vraag, of overpeinzing, hoe je de hond kunt testen of die oorspronkelijke, natuurlijke ‘drive’ überhaupt aanwezig is.

Laten we als eerste het karakter, zoals omschreven in de FCI standaard, erbij halen:
Behaviour and temperament
Intelligent, active and even-minded, he is an unequalled watch and protection dog. Docile and affectionate with the owner, loving with children and with the family, if necessary he becomes a terrible and brave protector of people, house and property. He is easily trained.

Mijn eigen vertaling: Gedrag en temperament: Intelligent, actief en stabiel, uitmuntende waak en verdediging hond, aanhankelijk en loyaal aan zijn baas, houd van kinderen en zijn familie, indien noodzakelijk een ‘verschrikkelijk’ en moedig bewaker van personen, huis en eigendom. Makkelijk te trainen.

Intelligent: Dit ‘vertaal’ ik naar een hoge mate van zelfstandigheid en daarnaast erg slim. Zijn zelfstandigheid stelt dit type hond in staat om zijn werk zonder tussenkomst van een baas of geleider uit te voeren. Daarnaast is juist dat slimme een niet onbelangrijk aandachtspunt. Voed/train je namelijk dit type hond niet op de juiste wijze op dan zal die zelf uiteindelijk wel zijn plan trekken, en afhankelijk van zijn temperament kan dat een probleem worden waar niet te licht over moet worden gedacht !

Actief en Stabiel: Actief spreekt voor zich. Stabiel is een hond die niet vlug ergens van onder de indruk is, hij mag gerust ergens voor schrikken of terug deinzen, echter moet hij zich dan snel kunnen herstellen. Daarnaast moet een stabiele hond eigenlijk over de gehele lijn steeds ‘gelijk’ zijn qua gedrag, dus niet de ene keer wel voor de duvel niet bang en in vreemde situaties opeens schrikachtig of onzeker. Dus eigenlijk ook een zelfverzekerde hond.

Uitmuntende waak en verdediging hond: Hier heb ik zelf wat moeite mee ! Een goede waakhond hoeft namelijk niet per definitie ook een goede verdediging hond te zijn, andersom eigenlijk ook niet ! Dit wordt min of meer ook bepaald uit welke lijnen de hond komt en wat die lijn z’n oorspronkelijke doel is/was. Dat geld dan ook weer voor die honden die hoofdzakelijk als kudde/herders honden zijn gebruikt. Een hond met grote bewakingsdrift, hiermee bedoel ik de drive om iets te verdedigen/beschermen wat van hem is, zal meestal beide voortreffelijk doen.

Aanhankelijk en loyaal aan zijn baas, houd van kinderen en zijn familie. Spreekt ook voor zich. Een hond die aanhankelijk en loyaal aan zijn baas is, vaak hebben dit type honden over het algemeen ook maar één echte baas (wat niet wil zeggen dat ze rest niet accepteren, maar dat ze zich wel aan één persoon in het bijzonder hechten). Houd van alles wat tot ‘zijn familie’ behoort, en dat kunnen ook alle dieren in of rondom het huis zijn. Grote kindervriend… Dit komt hoofdzakelijk voor bij honden met een hoge mate van intelligentie waardoor ze makkelijker onderscheid kunnen maken tussen volwassenen en kinderen en daar ook op kunnen anticiperen (bijv. met kinderen voorzichtiger omgaan)

Indien noodzakelijk een ‘verschrikkelijk’ en moedig bewaker van personen, huis en eigendom. Eigenlijk hetzelfde als “Uitmuntende waak en verdediging hond”, met dien verstande dat ze dat met een bepaalde mate van agressie kunnen/zullen doen. Alleen ook hier weer, dat is geheel afhankelijk van de lijn waaruit die gefokt en hoofdzakelijk gebruikt is.

Makkelijk te trainen. Hier ben ik het gedeeltelijk mee eens. Ervaren personen zullen een CC makkelijk kunnen trainen, zeker door de intelligentie die ze bezitten, en zullen dan uiteindelijk een zéér betrouwbare hond op alle vlakken hebben. Echter, indien onervaren personen de CC niet op de juiste manier trainen, dan zal hij, juist door zijn hoge intelligentie, het heft overnemen wat zo op het oog niet waarneembaar is, maar wat er in bepaalde situaties voor zal zorgen dat je een onbetrouwbare hond zult krijgen (en dan bedoel ik niet onbetrouwbaar in de zin van agressie dan wel bijten, maar meer in de zin dat deze personen op bepaalde momenten de controle over hem zullen verliezen…!). Dit uit zich met name in uitvallen aan de lijn, tegen iedereen opspringen, niet luisteren, ongeleid projectiel in huis etc, etc… (let wel: het gaat om meerdere gedragingen bij elkaar, een hond die enthousiast is kan ook opspringen tegen mensen en wil dan niet zeggen dat hij de baas is, het gaat om het totaal plaatje…!)

De eerste vraag die ik vanuit mijn visie beantwoordt: Hoort bepaalde functionaliteit die de CC dient te bezitten nog wel thuis in de huidige maatschappij ?

Om samen te vatten hoe de huidige CC dus zou behoren te zijn, moeten we eerst kijken naar zijn oorspronkelijke gebruiksdoel: Oorspronkelijk gebruikt als veedrijver waarbij hij de diverse soorten kuddedieren bij elkaar diende te houden én te beschermen tegen roof wild dan wel menselijke dieven. Bij zijn taak als ‘herdershond’ moest hij ook weerspannig groot rundvee onder controle kunnen houden. Ook begeleide hij de baas op zijn tocht naar de markt of whatever, waarbij hij deze diende te beschermen (verdedigen) tegen minder vriendelijke personages. Daarnaast moest hij op het erf zijn taak als waakhond vervullen tegen zowel dieven als wederom roof wild. Tijdens zijn ‘vrije tijd’ diende hij loyaal te zijn aan één elk die op het erf thuis hoorde, oftewel aan alle leden die van het gezin deel uit maakten. Indien er vreemden kwamen diende de CC waakzaam, daadkrachtig, zelfverzekerd (en indien niemand anders aanwezig was: zelfstandig) op te treden zonder echter overdreven agressie te tonen indien niet noodzakelijk. Zodra de baas (of leden van het gezin) het goed vond dan was het voor de CC ook goed. (althans, zo wordt het beschreven ! Ik heb daar mijn eigen mening over. De CC ‘oordeelde’ niet zelf dat het wel goed zat omdat de baas het goed vond, ik denk dat het met de leiding te maken heeft die de baas over de hond had. Als er goedwillende mensen kwamen gaf de baas een commando dat de hond rustig diende te zijn wat ook vervolgens opgevolgd werd ! Makkelijk terug te herleiden aangezien de mensen destijds de hond ook als hond zagen, en niet luisterende honden werden zonder pardon geëlimineerd !)
Even samenvattend denk ik dat ik de meeste gebruiksfuncties wel benoemd heb ? (buiten gebruik voor de jacht etc.) Over welke eigenschappen diende dit soort honden dan te beschikken:
- Vermogen tot drijven (herdershond eigenschappen)
- Moedig (geen angst tonen)
- Gedoseerde agressie (de hond moest hierdoor kwaadwillende op afstand houden dan wel verjagen. Niet te verwarren met agressief !!)
- Waakzaam (Spreekt voor zich !)
- Zelfverzekerd (De hond moest een zelfverzekerende houding hebben en op dezelfde manier zijn werk kunnen doen. Onzekere honden had je niks aan)
- Stabiel (in elke situatie zelfverzekerd, zich niet van de wijs laten brengen, dan wel snel herstellen)
- Uithoudingsvermogen (qua overbruggen van grote afstanden i.v.m. zijn werk)
- Lenig (denk aan het gebied waar ze leefden en het snel moeten kunnen reageren tijdens werk met vee etc.)
- Onvoorwaardelijke trouw (‘Eigen familie’ moest die absoluut trouw aan zijn)
- Erfvastheid (weglopende honden hadden ze weinig aan)
- Kindvriendelijk (gezien de kinderen die aanwezig waren moest hij dus 100% betrouwbaar hiermee zijn)
- Reukzin (weggelopen vee kunnen opsporen en tijdens de jacht een spoor kunnen volgen)
- Terughoudend zonder angst (Het terughoudende zou ik alleen maar kunnen verklaren dat honden die zomaar op iedereen afgingen weinig indruk maakte op kwaadwillende. Kijk naar jezelf, als je ergens komt en de hond komt meteen naar je toe, daar ga je over het algemeen makkelijker mee om dan honden die waakzaam, door hun hele houding, liggen blijven en je constant aanstarend in de gaten houden. Daarnaast was een hond die in eerste instantie afstand bewaarde minder kwetsbaar (denk aan het neersteken van de hond als voorbeeld), zo zijn er nog wel wat reden te bedenken waarvoor die afstandelijke houding gewenst was.)
- Weinig blaffend (Mensen moesten ook van hun nachtrust kunnen genieten, van dubbele beglazing was nog geen sprake)

Denk dat ik hiermee wel de belangrijkste eigenschappen heb opgenoemd ? Wat kunnen we hier mee in de huidige maatschappij en is het wel wenselijk :

- Vermogen tot drijven (zie je tijdens wandelingen nog wel, de hond probeert iedereen bij elkaar te houden. Voor vee in de wei: Mits goed onder appél geen enkel probleem)
- Moedig (Ik zie geen probleem met een moedige hond ?)
- Gedoseerde agressie (Niet te verwarren met agressie, en mits onder appél geen probleem)
- Waakzaam (Fijn toch in de huidige maatschappij met al die diefstallen)
- Zelfverzekerd (Een onzekere hond levert méér problemen op dan zelfverzekerde honden !)
- Stabiel (Spreekt ook voor zich, wenselijker dan een onstabiele hond !)
- Uithoudingsvermogen (Makkelijk voor lange wandelingen…)
- Lenig (Geen voor en geen tegens…)
- Onvoorwaardelijke trouw (Wat is er fijner dan een trouwe hond)
- Erfvastheid (Makkelijk toch…)
- Kindvriendelijk (Zéér wenselijk)
- Reukzin (Geen voor en geen tegens…)
- Terughoudend zonder angst (Is niks op tegen, met zo’n postuur als de CC zelfs een voordeel…)
- Weinig blaffend (Spreekt ook voor zich)

Zoals je ziet zijn er weinig, eigenlijk geen, eigenschappen waardoor het niet wenselijk zou zijn om ze in deze maatschappij te blijven handhaven, dan wel terug te brengen ! Tenslotte, alles valt of staat met een goede opvoeding/training van het door ons zo geliefde ras… De Cane Corso !

Opmerking: Misschien niet zo leuk voor sommige mensen, maar juist al die onzinnige, moderne opvoed methoden brengen meer slecht dan goed met zich mee ! De CC, een Molosser van de oude stijl, is het beste gebaad met een duidelijke, consequente opvoeding zonder gebruik van lichamelijk geweld. Deze hond reageert voortreffelijk op onze stem. Echter, juist dit type hond zal niet gebaad zijn met alleen maar een vriendelijk stem en koekjes, oftewel alleen maar op de positieve opvoeding, ook een correctie (geen zwaar lichamelijke !!) zal voor de hond zijn positie duidelijk maken waardoor je een geweldige hond voor het leven hebt !!

Vervolgens is de vraag, of overpeinzing, hoe je de hond kunt testen of die oorspronkelijke, natuurlijke ‘drive’ überhaupt aanwezig is.

Hierin moet je altijd voorzichtig zijn, zeker met de Molossers.
Vooropgesteld, het ‘kunstje met de mouw’ verteld je natuurlijk nul komma nul over het karakter dan wel de drive die aanwezig is. Wat dat betreft heb ik mijn mening met de zogeheten Cal proef helemaal bijgesteld… Je hebt er gewoon niks aan ! Bij de Cal proef zijn de honden van te voren al ruimschoots geoefend op dat zogenaamde bijten, dus tja, dat kan ik een tekkel nog leren
Als je een hond van klein af aan gek maakt op een jute zak d.m.v. spelen, kun je dat later uitbreiden naar een mouwtje (dezelfde geur/materiaal dan een jute zak). Logisch dat ze dan tijdens zulke proef zullen bijten, ze zien het als niets meer dan een spelletje ! Neem je die mouw weg dan zal 80% vervolgens niet meer bijten !
Mijn mening is, dat je om goed te kunnen testen of die ‘moed en zelfzekerheid’ erin zit, je de hond in een situatie zou moet brengen waarin die nog niet eerder is geweest (vreemde omgeving, ruimte, allemaal vreemde attributen om hem heen etc, etc…) Daarbij eventueel zonder dat de baas erbij is.
Daar zitten echter wat haken en ogen aan ! Vóór alles dien je te kijken naar de leeftijd van de hond, indien die in zijn ‘onzekere periode’ zit, moet je hier werkelijk heel voorzichtig mee zijn (al is dat ook weer de ene hond voor de ander) ! Daarnaast moet je kunnen beoordelen tijdens de test, wat de hond kan hebben, dit om hem niet te verkloten, dat is niet wat we willen (maar wat wel snel kan gebeuren !!).

Hoe zou zo’n test er dan uit moeten zien ?
Dat is weer afhankelijk van waar die test voor bedoeld is, is het een officiële test tijdens shows of is het een test die je zelf doet, of laat doen, om te kijken of jouw eigen hond(en) voldoende karakter tonen voor de fok, of om bijv. een reu te testen die je wilt gebruiken voor de fok (wat helaas NOOIT gebeurd zodat je qua karakter maar moet afgaan op hetgeen de eigenaar je verteld over de hond, en dat is meestal toch alleen maar positief, of wat er in de wandelgangen over de betreffende hond verteld wordt !). Ik heb reuen gezien die totaal geen stabiliteit hebben, onzeker zijn… Maar ze worden wel gebruikt voor te fokken ???

In het algemeen: Ik persoonlijk zou een CC pas vanaf een leeftijd van minimaal ca. 18 maanden testen, liefst nog ouder, dit omdat hij vanaf die leeftijd eigenlijk pas zijn definitieve karakter gaat krijgen zoals dat uiteindelijk ook zal blijven. (sommige zelfs pas vanaf hun 2de levensjaar)
Ik zou een hond die echt nog ‘een pup’ is nog niet met de volledige test belasten !

Je eigen honden testen, of een reu die je wil inzetten voor jouw teef kun je vanzelfsprekend makkelijker testen dan een van te voren bepaalde test, waarom…? Omdat je dan altijd een voor de hond onbekende situatie kunt creëren. Er zijn 2 zaken echt van belang (in mijn ogen), en dat zijn de ‘stabiliteit/zelfverzekerdheid’ en de ‘moed’.
Als eerste zou ik de stabiliteit/zelfverzekerdheid testen, waarom..? Omdat als de hond deze niet goed doorstaat, je hem eigenlijk al helemaal niet aan de ‘moed-proef’ moet bloot stellen ! (waarom onnodig met zoiets belasten, daar maak je een onzekere hond alleen maar onzekerder mee !)
Breng de hond in een situatie die voor hem vreemd is (vreemde attributen, gladde vloer, geluiden, personen en noem maar op), en wandel daar een stuk langs of doorheen (aan de lijn) en kijk hoe hij reageert (belangrijk is dat de baas niet d.m.v. praten, aanhalen etc. de hond beïnvloed. Loop ook altijd met een lange, slappe lijn. Met een strak gespannen lijn leg je onnodig druk op de hond waardoor je zijn gedrag beïnvloed). Schrikken mag, echter dient hij zich binnen enkele tellen weer te herstellen, bij een angstige, onzekere hond zou ik hier al stoppen. Doorstaat hij dit goed, laat de hond dan aan de riem nemen door een vreemd persoon en weer hetzelfde doen (wederom door de geleider laten negeren). Doorstaat hij ook dit zonder noemenswaardig gedrag, dan neemt de (vreemde) geleider plaats aan het ene uiteinde van de ruimte en de baas aan het andere uiteinde (liefst uit het zicht), vervolgens dient hij de hond naar zich toe te roepen waarop de hond zelfstandig er langs of tussendoor naar de baas toe moet lopen. Kijk ook nu weer hoe de hond reageert. (loopt hij er zelfverzekerd en zonder noemenswaardige angst naar toe ?)
Dit zou je bijv. ook in een kroeg waar afleiding is kunnen doen, je kunt zo vele manieren bedenken om te kijken of het een zelfverzekerde, stabiele hond is. Nogmaals, schrikken is nimmer een probleem, mits hij zich maar hersteld binnen een aanvaardbare tijd.
Moed. Hier zijn ook vele manieren mogelijk maar genieten 2 oefeningen mijn voorkeur.
1. De geleider gaat, in een voor de hond vreemde omgeving, een stuk met de hond lopen (losse lijn). Een persoon (met gewone kleding, géén mouw of pak, beschermende materialen onder de kleding, zogeheten ‘Burger’ kledij, is toe gestaan) komt plotseling vanuit het niets op de geleider ingelopen onder het uiten van bedreigingen. De hond dient nu zelfstandig en onbevreesd zijn geleider te beschermen, hetzij door de aanval te kiezen naar de ‘aanvaller’ toe gericht, of door de geleider af te blokken (de hond stelt zich tussen geleider en aanvaller op) en te dreigen (d.m.v. blaffen/grommen) naar de aanvaller toe. In beide situaties mag de hond absoluut geen angst tonen en dient zijn geleider onbevreesd te beschermen. Bijten mag maar is niet noodzakelijk. In beide gevallen zal de aanval na een tiental seconden door de aanvaller gestaakt worden, waarna deze langzaam achteruit loopt (dus de hond door zijn vertoonde gedrag laten ‘winnen’). Zodra de aanvaller uit het zicht is vervolgt de geleider met hond zijn weg, deze moet zich na enkele meters weer hersteld hebben en rustig mee lopen. Bij deze oefening mag de geleider de hond op geen enkele manier aanmoedigen en dient de lijn zoveel mogelijk los te hangen. In deze oefening zal de hond, doordat hij aan de lijn zit én door de aanwezigheid van de baas, onbewust steun krijgen, de geleider dient er ten alle tijden voor te zorgen dat de hond niet aan de aanvaller kan komen tenzij deze zelf de hond de kans geeft om te bijten! Indien de hond angst toont door proberen weg te rennen, of zich te verschuilen achter de baas, dient de oefening direct afgebroken te worden !
2. Leg de hond vast aan een stevige ketting (zorg dat hij niet los kan komen !) en laat de baas uit het zicht van de hond gaan. Een persoon (met gewone kleding, géén mouw of pak, beschermende materialen onder de kleding, zogeheten ‘Burger’ kledij, is toe gestaan) komt plotseling vanuit het niets op de hond ingelopen onder het uiten van bedreigingen. De hond dient nu onbevreesd de ‘aanval’ te kiezen, hetzij door proberen te bijten, hetzij door te dreigen d.m.v. blaffen/grommen. De hond mag hierbij kleine stapjes achteruit gaan maar mag absoluut géén angst tonen ! Ook hierbij dient de hond weer zelfverzekerd over te komen. Nadat de hond heeft laten zien dat hij onbevreesd en zelfzeker is, stapt de ‘aanvaller’ langzaam enkele meters achteruit (ook hier de hond weer door zijn vertoonde gedrag laten ‘winnen’) waarna hij uit het zicht verdwijnt. De hond dient zich vervolgens binnen korte tijd te herstellen.
Opmerking voor beide (moed) oefeningen: Indien een hond alles goed doorstaat, maar zijn houding is ‘borstelen’, ‘schijnaanvallen’, ‘staart tussen de benen’ etc. kun je niet echt spreken van een zelfverzekerde hond. Ik zou dan eerder zeggen dat het om een onzekere hond gaat, zijn hele gedrag is meer op angst gebaseerd, en dat is natuurlijk niet wat je graag wilt zien.

Een test voor shows kan ik kort in zijn. Deze test moet, om onpartijdigheid te voorkomen, altijd en overal op dezelfde wijze uitgevoerd worden, wat dus inhoud dat die overal bekend is en er dus van te voren op geoefend kan worden. En dan heb ik het over het testen van de moed ! Het testen op stabiliteit en zelfverzekerdheid kun je wel redelijk makkelijk doen, en is het zelfde als ik beschreven heb in de testen voor je eigen hond of een te gebruiken dek-reu.

Indien een hond aan komt lopen kun je al veel zeggen over zijn karakter, en dan met name over zijn stabiliteit en zelfverzekerdheid… De hond die komt aanlopen, schichtig om zich heen kijkend, staart eventueel tussen de benen, gedrukte houding etc…. Lekker zitten laten en verder niks mee doen ! Nou kan de hond zijn gedrag natuurlijk ook beïnvloed worden door de baas, als die té hard is voor de hond, ook als die dat op zulk moment niet is, dan kan dat toch van invloed zijn op zijn gedrag. Twijfel je, neem hem dan eens een stukje mee wandelen en kijk hoe die zich gedraagt als de baas niet in de buurt is, toont hij zich dan wel vrij en zelfverzekerd, weet je waar het probleem ligt en hoeft zo’n hond niet meteen uitgesloten te worden !
Een hond die zich té vrij en vriendelijk toont, zeg maar een type alleman vriendje, geniet persoonlijk mijn voorkeur ook niet. Deze zullen bij de moed oefeningen vaak ook niet echt angstig zijn, maar ondanks de dreiging en aanval eerder proberen te ‘spelen’, type labrador. Bekijk een hond daarnaast niet alleen op zijn eigen terrein maar ook in een vreemde omgeving.

Resultaat van zulke test. Je kunt met dit soort oefeningen/testen aantonen hoe de hond is die getest wordt, als je de meeste honden van hetzelfde nest kunt testen, en die uitslagen zijn positief, zou je enigszins kunnen aannemen dat het met de vererving van die reu-teef combinatie wel goed zit, helemaal zeker ben je als je ook nog een 2de nest van diezelfde combinatie zou kunnen testen. Als je hier op door zou fokken zou je een lijn kunnen creëren die voldoet aan de typische, vereiste karakteristieke kenmerken. Let wel: Ook een ‘mindere’ reu of teef zou heel goed kunnen vererven, alleen de ouders zeggen natuurlijk ook niet alles.

Onzekere honden zouden in mijn ogen uitgesloten moeten worden van verdere fok.
Daarnaast, ook de opvoeding beïnvloed grotendeels het gedrag van de CC, maar niet zijn karakter. Een zelfverzekerde, stabiele hond kán in de handen van een onzeker persoon opgroeien tot een CC die gedrag vertoond wat wij liever niet zien.
Een ietwat onzekere pup daarentegen kan in de handen van een ervaren geleider opgroeien tot een volwassen, stabiele hond, helemaal zelfzeker zal die echter nooit worden

  1. T. Van der Broeck