

JAGEN
- Dashonden en terriers - vossen, dassen en konijnen uit hun holen jagen,
- Brakken - luid blaffend een wildspoor volgen,
- Retrievers - apporteren van geschoten wild,
- Spaniels - zoeken en opstoten van het wild,
- Staande honden - wijzen het (neergeschoten) wild aan,
- Zweethonden - nazoeken van gewond wild.